Gezondere longen voor te vroeg geborenen

Ze zijn in hun eerste levensjaren vaker ziek: kinderen die te vroeg geboren zijn. Daardoor raken hun longen soms beschadigd. Bacteriedeeltjes kunnen dit misschien voorkomen. Kinderarts en onderzoeker Gerdien Tramper is kinderarts in het Franciscus Gasthuis en Vlietland. Zij zoekt uit hoe dit zit. Longfonds steunt dit onderzoek.

baby in couveuze

Vroeggeboorte

Sommige kinderen worden geboren na minder dan 37 weken zwangerschap. Bij ongeveer één op de tien kinderen in Nederland is er sprake van zo’n ‘vroeggeboorte’. De meeste van hen worden geboren na 32 tot 36 weken zwangerschap. ‘Te vroeg geboren kinderen hebben vaak meer longproblemen dan zij die op tijd geboren zijn’, vertelt Gerdien Tramper. ‘Bij de geboorte zijn hun longen nog niet helemaal volgroeid. Hierdoor hebben zij meer kans op een minder goede longfunctie. Op volwassen leeftijd krijgen ze eerder longziekten als COPD. Ook hebben zij in hun eerste levensjaren vaker klachten, zoals een piepende ademhaling of luchtweginfecties. Hierdoor zijn deze kinderen vaker ziek en kunnen hun longen nog meer beschadigd raken. Daarom is het voor hen extra belangrijk om luchtweginfecties te voorkomen.’

Indringers aanvallen

Bacteriedeeltjes kunnen misschien voorkomen dat longproblemen bij te vroeg geboren kinderen erger worden. Het gaat niet om levende bacteriën, maar om kleine stukjes van bacteriën. Daar wordt bacteriepoeder van gemaakt. ‘Het bacteriepoeder zelf veroorzaakt geen infecties’, vertelt Tramper. ‘In andere landen wordt het poeder al langer gebruikt, zonder bijwerkingen.’ Hoe werkt dat dan precies? Tramper: ‘Deze deeltjes zitten dus in een poeder. Als je dat oplost in een beetje melk of water kunnen kinderen het doorslikken. Zo komen de deeltjes in de darmen terecht. Daar herkent het afweersysteem ze. Dat maakt hierdoor meer cellen en stofjes aan om slechte indringers, zoals bacteriën en virussen, aan te vallen. Die cellen en stofjes werken niet alleen in de darmen, maar ook in de longen. Zo wordt het kind uiteindelijk minder gevoelig voor luchtweginfecties en raken de longen minder beschadigd.’

500 kinderen

Tot nu toe zijn de bacteriedeeltjes alleen onderzocht bij oudere kinderen en kinderen die op tijd geboren zijn. Zij hebben door de deeltjes inderdaad minder last van luchtweginfecties en een piepende ademhaling. Bij te vroeg geborenen is dit nog niet onderzocht. Tramper en haar team* gaan daarom bij 500 te vroeg geboren baby’s onderzoeken of bacteriedeeltjes ook hen kunnen beschermen tegen luchtweginfecties. De baby’s worden verdeeld in twee groepen. Eén groep krijgt een jaar lang regelmatig het poeder met de bacteriedeeltjes, de andere groep krijgt een poeder zonder bacteriedeeltjes. Tramper: ‘We richten ons op kinderen die zijn geboren na 30 tot 36 weken zwangerschap, die direct na de geboorte geen ernstige longproblemen hadden en verder gezond zijn. Met hen gaat het, in vergelijking met nóg vroeger geboren kinderen, meestal best goed. Toch krijgt de helft van hen in het eerste levensjaar één of meerdere keren longproblemen. Ook worden zij twee keer zo vaak in het ziekenhuis opgenomen als op tijd geboren kinderen.’

Dagboek

De baby’s worden op verschillende manieren gevolgd. Hun ouders vullen regelmatig een dagboekje in. Ook komen ze tijdens het onderzoek drie keer naar het ziekenhuis. Tot slot wordt bij een aantal kinderen de longfunctie gemeten. Tramper: ‘Het dagboekje vullen ouders in via een app op de mobiele telefoon of tablet. Hierin vragen we steeds of het kind last heeft van longproblemen. Als dat zo is, vragen we waar het last van heeft, of het hiervoor bij een dokter is geweest en of het medicijnen heeft gekregen. Als de kinderen zes weken, zes maanden en twaalf maanden oud zijn, komen ze naar het ziekenhuis. We bespreken dan met de ouders hoe het met het kind en het gezin gaat. Ook onderzoeken we of het kind goed groeit en hoe het gaat met de longen. Als de ouders dat goed vinden, verzamelen we een klein beetje bloed, speeksel en neusslijm. Daarin kijken we of er verschillen zijn in het afweersysteem tussen de twee groepen baby’s. En we kijken welke bacteriën er allemaal in hun neus en darmen zitten. Tot slot meten we bij een aantal kinderen de longfunctie. Dat laatste kan gewoon thuis, terwijl ze slapen.’

Betere longfunctie

Als alles volgens planning gaat, start het onderzoek deze zomer. De eindresultaten zijn in 2026 bekend. Tramper: ‘We hopen natuurlijk dat de kinderen door de bacteriedeeltjes echt minder luchtweginfecties hebben. En daardoor een betere longfunctie houden. Daarnaast hopen we dat ze, doordat ze minder vaak ziek zijn, meer energie hebben om te groeien en zich te ontwikkelen. Daarvan wordt niet alleen het kind beter, maar het hele gezin!’

* Naast het Franciscus Gasthuis en Vlietland werken ook het Erasmus MC, LUMC en Maastricht UMC+ mee aan dit onderzoek.

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws over onderzoek, longziekten en gezonde longen.

Aanmelden