Een longaanval voorspellen = voorkomen

Als je een longaanval bij kinderen met astma beter kunt voorspellen, kun je deze ook eerder behandelen. En misschien zelfs voorkomen. Onderzoeker Mahmoud Ibrahim onderzoekt hoe dat mogelijk is.

Mahmoud Ibrahim

Longaanvallen kunnen veel verschillende oorzaken hebben’, legt onderzoeker Mahmoud Ibrahim van Amsterdam UMC uit. ‘Ze kunnen opgewekt worden door pollen, allergenen, maar ook door bacteriën en virussen.’ Iedereen heeft miljarden bacteriën in zijn lichaam, ook in de luchtwegen. Die hebben allerlei belangrijke taken. Maar soms kan de samenstelling van de bacteriën in de luchtwegen het risico op een longaanval vergroten. Dat bleek al uit onderzoek dat Ibrahim eerder deed.

Virussen

Niet alleen bacteriën spelen hierbij een rol. Vaker wordt een longaanval veroorzaakt door een virus. Bekende virussen zijn het influenzavirus, het rhinovirus of het adenovirus. Een virus komt van buiten je lichaam en nestelt zich in een lichaamscel. Het afweersysteem van het lichaam kan deze virussen meestal onschadelijk maken. ‘Bij kinderen met astma werkt dat afweersysteem niet altijd zoals het zou moeten. Daardoor kan zo’n virus een longaanval veroorzaken’, zegt Ibrahim.

Kinderastma 

Om uit te zoeken hoe dat precies werkt, gebruikt Ibrahim gegevens van een grote groep kinderen met astma. Dat is bijzonder, want het meeste astma-onderzoek is onder volwassenen gedaan. Maar resultaten uit onderzoek onder volwassenen kun je niet zomaar vertalen naar kinderen, vertelt hij. ‘Er zijn veel verschillende typen astma, elk met hun eigen verschijningsvorm. Kinderastma is er daar één van.’ 

De gegevens van de kinderen die voor het onderzoek van Ibrahim worden gebruikt, zijn tussen 2010 en 2015 verzameld voor een groot Europees onderzoek. Deze ‘biobank’ bevat gegevens van kinderen tussen de één en zeventien jaar van heel verschillende achtergronden uit vijf Europese landen. Dankzij internationale samenwerking met een aantal andere onderzoeksinstituten kan Ibrahim deze gegevens gebruiken.

Gevoeliger voor infecties

Mahmoud Ibrahim analyseert van deze kinderen het ‘microbioom’. Dat is de verzameling van alle bacteriën en virussen die we in ons lichaam hebben, ook in onze longen. De samenstelling van dat microbioom verschilt van persoon tot persoon. ‘Het is als een persoonlijke handtekening.’ Ibrahim vond al eerder uit dat bij bepaalde bacteriën het risico op een longaanval groter is. Nu onderzoekt hij de rol van virussen bij zo’n longaanval. Maar hij kijkt ook naar de manier waarop bacteriën en virussen elkaar beïnvloeden. Want hij denkt dat dat van invloed is op de kans dat je een longaanval krijgt. ‘Als het microbioom van een kind met astma verstoord raakt, verzwakt de bescherming. Het kind wordt dan gevoeliger voor infecties dan leeftijdgenoten met een ‘normaal’ microbioom. Hij of zij loopt dan een groter risico op een longaanval.’

Onduidelijke rol

‘De meeste longaanvallen bij kinderen met astma worden veroorzaakt door ziekmakende virussen die van buiten komen’, zegt Ibrahim. ‘Maar ik onderzoek ook virussen en bacteriën die al in ons lichaam aanwezig zijn. We weten dat zij ook een rol kunnen spelen bij het ontstaan van een longaanval. Maar hoe precies is nog onduidelijk. Hopelijk kan ik daar meer over te weten komen.'

Speciale behandeling

Zijn onderzoek duurt drie jaar, het loopt tot 2027. ‘Ik hoop dat we in de toekomst beter kunnen voorspellen of iemand kans heeft om een longaanval te krijgen. Dit zou een ideale situatie zijn: als we door te bekijken welke bacteriën en virussen een kind met astma bij zich draagt, kunnen zien wat de kans op een longaanval is. Zodra we dat kunnen, willen we een speciale behandeling opzetten. Je kunt deze kinderen extra in de gaten houden en aanvallen voorkomen’, zegt Ibrahim.

Meer weten over het samenspel van virussen en bacteriën kan hopelijk ook bij andere blijvende longziekten helpen, denkt hij als hij verder in de toekomst kijkt. ‘En bij bijvoorbeeld cystic fibrosis.’