Hoe voorkom je meer schade bij COPD?
Bij mensen met COPD verloopt het herstel van de longen gebrekkig. Waar ligt dat aan? Onderzoeker Reinoud Gosens en zijn team wilden dat heel precies uitzoeken. Want als de oorzaak bekend is, helpt dat ook om oplossingen te vinden.
Het regent en hagelt. Al maanden. Terwijl het klusteam klaarstaat om het tuinhuis van een goede laag verf te voorzien. Nu zien ze werkloos toe hoe de verf op het tuinhuis steeds verder afbladdert. Hierdoor verkeert het tuinhuis in steeds slechtere staat.
‘Zo ongeveer kun je de situatie met COPD schetsen’, vertelt Reinoud Gosens, hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen. ‘Bij alle mensen ontstaat schade in de longen. Bij mensen met COPD is deze schade groter. Daarnaast krijgen zij te maken met ontstekingen. De regen staat in dit geval voor de schade en de hagel voor de ontstekingen in de longen. In een gezonde long krijgen kluscellen de opdracht van een ‘aannemer’ om kleine schades meteen te repareren. Het materiaal daarvoor heet in de longen ‘wnt-groeifactoren’. Zie het als de verf. De aannemer is in het lichaam het RNA, een boodschapper die opdrachten geeft aan de kluscellen.’
‘Er wordt al een medicijn getest naar een van de veelbelovende stoffen. Dankzij de minilong kunnen we precies zien wat er gebeurt en waar het fout gaat’
Niet uit de verf
Maar bij COPD komen de kluscellen niet uit de startblokken: ze halen geen verf. Oftewel: ze maken geen wnt-groeifactoren aan die nodig zijn voor de reparaties. Gosens: ‘Nu is de vraag: krijgen ze geen opdracht van de aannemer, zijn er te weinig klussers, zijn de hagelbuien te zwaar of is er nog iets anders aan de hand? In ons onderzoek ontdekten we al dat er bij COPD sprake is van een verbindingsfout tussen de aannemer en de kluscellen. Omdat de schade groot is, is er speciale verf nodig. Die kent de aannemer niet en dus ligt alles stil.’
Aan de slag
De oplossing is dan ook om iets te doen waardoor de kluscellen weer aan de slag gaan met het produceren van de juiste verf. Het team heeft in het lab eerst onderzocht hoe het RNA (de aannemer) en de kluscellen met elkaar communiceren. ‘Dankzij de mini-long (een model van de long uit lichaamseigen stamcellen waarin alle taken kunnen worden nagedaan) kunnen we precies zien wat er gebeurt en waar het fout gaat’, vertelt Gosens. ‘Toen we dat in beeld hadden, konden we ook nadenken over waar in te grijpen.’
Daarvoor zet het team in op verschillende plannen. Het eerste plan is om de verf zo te verbeteren dat de aannemer weer opdrachten geeft aan de klussers. Gosens: ‘Daarvoor hebben we wel twintig verschillende stofjes getest die dat misschien kunnen en als medicijn zijn te ontwikkelen. Sommige stofjes krijgen de klussers aan het werk én hebben een goed effect op longherstel. Een dubbel effect dus! Maar let wel: deze stofjes zijn alleen nog getest in het lab, en niet als medicijn op dieren of mensen.’
Mini-long
Twee stofjes, prostaglandine I2 en E2, zijn zo interessant dat het team heeft besloten om deze te testen op proefdieren. Gosens legt uit: ‘Dankzij de mini-long van Longfonds hoeven we gelukkig veel minder proefdieren te gebruiken. Maar we kunnen ook nog niet helemaal zonder. De longen zijn heel complex. Zeker als we ze ook blootstellen aan sigarettenrook. We testen een experimenteel middel daarom eerst op muizen. Als het goed lijkt te werken en weinig bijwerkingen heeft, testen we ook hoe goed het middel bij mensen werkt. Daarom duurt het nog wel een paar jaar voor er een medicijn zal zijn.’
COPD stoppen
Om de zoektocht te versnellen, werkt de Groningse onderzoeker veel samen met anderen. Met onderzoeksteams van andere universiteiten en het Longfonds, maar ook met farmaceutische bedrijven. ‘Zo wordt er al een medicijn getest naar een van de veelbelovende stoffen. Als dat goed werkt om de klussers te activeren, kunnen we ook onderzoeken of het medicijn de longen beter herstelt. Dat betekent niet dat de longen verjongen of weer zo gezond worden als voordat iemand COPD kreeg. Maar we zorgen er zo wel voor dat er niet méér schade optreedt. Oftewel: we houden het tuinhuis in goede staat. Zo roepen we COPD misschien over een paar jaar een halt toe.’
Tekst: Naomi van Esschoten