Welke invloed heeft een virus op een astma-aanval?

Bij ernstig astma heb je last van zware longaanvallen, waarbij de bestaande medicijnen niet goed werken. Immunoloog Willianne Hoepel gaat, met steun van Longfonds, onderzoeken hoe het komt dat het afweersysteem sterk reageert op virussen.

Virus, verkouden, zakdoek

Ernstige astma

Een zware astma-aanval leidt tot schade aan de longen, je moet naar het ziekenhuis en het duurt lang voordat de longen hersteld zijn. Zo’n vijf tot tien procent van de mensen met astma heeft deze vorm. De aanvallen komen vooral voor in de winter, als er allerlei virussen rondgaan. Willianne Hoepel, onderzoeker aan het Leids Universitair Medisch Centrum, denkt dat dat komt doordat antistoffen in je bloed te sterk reageren op het virus. Ze legt uit: ‘Antistoffen horen bij je afweersysteem. Ze helpen bij het tegengaan van ziekmakers, zoals een virus. Ze moeten niet te weinig doen, anders kan het virus zijn gang gaan. Maar ze moeten ook weer niet te véél doen, want dan veroorzaken ze zelf schade.’

Willianne en Károly

‘Ik hoop dat bestaande medicijnen kunnen helpen’

Dr. Willianne Hoepel, immunoloog in het LUMC

Suikers en antistoffen

De antistoffen van mensen met ernstige astma doen dus te veel, denkt Hoepel. Of dat klopt, en hoe dat leidt tot een astma-aanval, daar gaat haar onderzoek over. ‘We denken dat de suikers die op de antistoffen zitten hier een rol in spelen. Er zitten altijd suikers op antistoffen. Die suikers veranderen tijdens een virusinfectie. En ze bepalen hoe goed de antistoffen hun werk doen. Hoe doen ze dat? Met andere woorden: hoe kan het dat de verandering van deze suikers leidt tot een zware astma-aanval? Dat ga ik onderzoeken.’ In haar onderzoek kijkt Hoepel dus naar ernstige astma-aanvallen die ontstaan door een virusinfectie. Ze onderzoekt welke rol de suikers op antistoffen daarbij spelen. Het is een belangrijk onderzoek. Vooral omdat we nog steeds niet goed weten hoe ernstige astma ontstaat. Of zoals Hoepel zegt: ‘Iedereen krijgt verkoudheidsvirussen binnen. Waarom merkt de één er niets van en wordt de ander heel ziek? Dit onderzoek ontrafelt weer een deel van dat mysterie.’

Nieuwe kennis

Het onderzoek levert nieuwe kennis op over het ontstaan van ernstige astma. Dat leidt hopelijk ook tot mooie resultaten voor mensen met deze ziekte. Hoepel: ‘Om een goed medicijn te vinden voor ernstige astma, moet je eerst weten hoe het ontstaat.’ Ze begint met bloedonderzoek en kijkt dan hoe de suikers op antistoffen eruitzien in het bloed van mensen met en mensen zonder ernstige astma. ‘Ik gebruik bloed dat is overgebleven van eerdere astmaonderzoeken’, vertelt ze. ‘Hiervoor werk ik samen met onderzoekers in Groningen en Rotterdam. Fijn, want nu hoef ik mensen niet lastig te vallen met de vraag of ik bloed mag prikken. Er is ook bloed van voor en na een ernstige astma-aanval, en van mensen met lichte astma. Bij elkaar zo’n driehonderd buisjes bloed.’ In het lab onderzoekt Hoepel hoe de veranderde suikers leiden tot een zware astma-aanval. Ze maakt eerst imitaties van antistoffen en suikers. Die voegt ze samen met verkoudheidsvirussen en gekweekte longcellen.

Vervolgonderzoek

Het bloedonderzoek en het laboratoriumonderzoek samen gaan duidelijk maken wat de rol van de suikers is op de werking van antistoffen bij een virusinfectie. Daarna is het tijd voor het laatste deel van het onderzoek: het testen van bestaande medicijnen in het laboratorium. Hoepel: ‘Er zijn misschien al medicijnen voor andere ziektes die óók kunnen voorkomen dat antistoffen te sterk reageren. Dat ga ik uitproberen in mijn longkweken in het lab. Het zou prachtig zijn als we medicijnen vinden die ook bij ernstige astma werken. Dan kunnen ze daarna worden getest op patiënten. Ik hoop dat we geen nieuwe medicijnen hoeven te ontwikkelen. Dat scheelt een hoop tijd.’

Tekst: Anneke Paul